Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn

- Biedt een concrete invulling van de nieuwe rol van de sociale hulpverlener;
- stelt de kracht van het netwerk van de cliënt centraal;
- meer aandacht voor digitale contacten en zelfbeschikking.

Sinds de transitie van 1 januari 2015 is de verzorgingsstaat in Nederland formeel losgelaten. De nadruk ligt niet meer op het realiseren van het welzijn van alle burgers, maar op het bevorderen van participatie. Deze overgang heeft een verregaande impact op de zorg- en welzijnssector gehad. Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn is een handreiking voor huidige en toekomstige werkers in de zorg- en welzijnssector bij het vormgeven van deze verandering. Centraal staat het begrip 'netwerkontwikkeling', de aandacht voor de rol van het sociale netwerk van één of meerdere individuen die zorg, hulp of steun behoeven.

De tweede editie is aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving vanaf 1 januari 2015. Nieuw zijn ook het persoonlijk plan en het familiegroepsplan. Er is meer aandacht voor netwerkontwikkeling, zelfbeschikking, wederkerigheid en digitale contacten binnen sociale netwerken. Naast evidence-based practice is nu ook de practice-based evidence-aanpak beschreven. Hoofdstuk 7 en 8 zijn samengevoegd en volledig herschreven tot een hoofdstuk over netwerkontwikkeling als professionele opdracht. Tot slot zijn aan alle hoofdstukken nieuwe verwerkingsopdrachten toegevoegd.

Netwerkontwikkeling voor zorg en welzijn is geschikt voor studenten van opleidingen als Social Work, Pedagogiek en HBO-Verpleegkunde.

Over de auteurs
Lineke Verkooijen is lector bij Hogeschool Windesheim Flevoland op het onderwerp Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg. Hoewel ze van oorsprong uit de gezondheidszorg komt, is zij de laatste elf jaar ook intensief betrokken geweest bij de ontwikkelingen in het sociaal domein. Verder is ze tien jaar docent geweest in het hoger onderwijs. Verkooijen is in 2006 gepromoveerd op het onderwerp Ondersteuning eigen regievoering en Vraaggestuurde zorg. Dit onderzoek heeft geresulteerd in het OER-gedachtegoed, een theorie voor het handelen en organiseren in de zorg- en welzijnssector op basis van invloed van cliënten. Sinds 1995 heeft ze een onderzoek- en adviesbureau, waar invloed van cliënten een belangrijke rol speelt.

Quinta Ansem heeft een achtergrond vanuit diverse (ervarings)deskundigheden in de welzijnssector aangevuld met passende opleidingen, zoals de master Social Work. In het kader van deze opleiding heeft ze onder meer de door haar ontwikkelde methode Reflecteren Nieuwe Stijl getoetst. Ansem is onderzoeker bij het Lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg en docent bij de hbo-minor Zorgprocessen beter maken. Bijna alles wat zij heeft gedaan en heeft geschreven gaat over het verbeteren van diverse maatschappelijke systemen in relatie tot het kunnen verbeteren van de positie van sociaal kwetsbare mensen. Haar medewerking aan dit boek sluit hierbij aan.

Ron Weber is vanaf 2006 werkzaam als docent GGZ. Daarnaast is hij verbonden aan de Hogeschool Rotterdam en de Hogeschool Breederode en werkt hij als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en Praktijkondersteuner GGZ in de huisartsenpraktijk (POH-GGZ). Hij heeft een brede achtergrond en werkervaring in de GGZ en het sociale domein. Vanuit deze achtergrond is hij landelijk actief als adviseur en onderwijsontwikkelaar op het gebied van de GGZ-Agoog en POH-GGZ. Ook is hij als onderwijsontwikkelaar betrokken bij het Landelijk Samenwerkingsverband GGZ-Agoog van de Nederlandse Hogescholen. Hier heeft hij de landelijke onderwijsmodule 'Netwerkgericht werken' verder doorontwikkeld.

Jeroen van Andel is als socioloog verbonden aan de Algemene Onderwijsbond. Hij was voorheen als senior-onderzoeker werkzaam bij het lectoraat Klantenperspectief in Ondersteuning en Zorg van Hogeschool Windesheim Flevoland. In 2012 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het